Ik ben inmiddels aangekomen in Dedza, een klein stadje op zo’n 2 uur rijden van de hoofdstad. Ik verblijf bij Ineke, vriendin en projectleider van onze stichting. Ze verhuist deze week van Mganja naar Dedza. Ze heeft daar inmiddels een woning op een groot terrein waar een praktijkschool voor dove kinderen moet komen.

Tot aan de verhuizing woont zij, en ik nu dus ook, in het gastenverblijf van het bisdom. Eten doen we samen met de bisschop. Hoe bijzonder! Het bisdom, en vooral ook de bisschop, probeert op allerlei manieren de (arme) Malawianen te helpen. Ze zijn op een mooie manier betrokken bij de gezondheidszorg ziekenhuizen), scholing, voedselprogramma’s en schuwen er niet voor om ongezouten kritiek te leveren op de huidige regering. Hoewel we als stichting nou niet bepaald een christelijke inslag hebben, werken we veel samen met het bisdom.

Vandaag hebben we de huisraad van Inekes vorige huis naar het nieuwe huis overgebracht. Wat een avontuur. Drie mannen en een vrachtauto en wij tweeën met de auto erachteraan. Binnen een krap uurtje was de vrachtwagen en de auto volgeladen. Stapelen kunnen ze hier als de beste! Op de terugweg reden we achter de vrachtauto en die rook wat vreemd, vonden we. Het was flink bergop dus die zou er wel moeite mee hebben, dachten we. Niets was minder waar! Het was onze auto. De auto trok steeds slechter, dus snel gestopt. Rook kwam onder de motorkap uit de en temperatuurmeter stond ver in het rood. De mannen in de vrachtwagen had niets in de gaten en reden door. Tja, daar stonden we dan. Twee witte vrouwen met een verhitte auto op een bergweg en geen telefoonbereik. Twee jongens die te voet naar beneden liepen, wisten te vertellen dat “daaronder” wel ergens water zou zijn. Aangezien we niet echt iets hadden om dat in te doen, was naar beneden gaan geen optie.

We zaten net aan de kant van de weg in het gras, toen een auto voorbij kwam. “Are you all right?” riep er eentje. Nou, nee dus. Het bleek een Amerikaan met zijn chauffeur te zijn. Er werd wat interessant onder de motorkap gekeken. Er moest in elk geval water bijgevuld worden. We hadden nog een literfles water maar dat was niet genoeg. Ondertussen kwamen de twee jongens er weer aan met een emmer water. Gelukkig! De Amerikaan en zijn chauffeur hebben maar liefst zeven liter water in de radiator gegoten. Dat moest genoeg zijn. De auto startte gelukkig, de beide mannen zouden achter ons blijven rijden, voor het geval dat.

Al snel kwamen we bij de vrachtwagen uit die een eind verderop op ons stond te wachten. Wij weer stoppen maar meteen sloeg de temperatuurmeter weer op tilt. Aangezien we nu weer bij “onze eigen mensen” waren, is de volgauto doorgereden. Weer interessant kijken, maar nu door onze eigen mannen. Weer water bijvullen (nu uit een nabij gelegen beekje), weer starten en wegrijden maar na een klein stukje ging het weer mis. Dan maar de auto achter de

vrachtwagen hangen en zo verder slepen. Dat valt in de bergen niet mee. We hadden geen sleepkabel dus met touw en een spanband werd alles vastgemaakt. De stuur- en rembekrachtiging deed het niet dus dat was gedoe. Heel langzaam hebben we onze weg vervolgd en heel veel uren later dan eigenlijk de bedoeling was kwamen we aan in Dedza.

We zijn gestopt bij een kruising waar een automonteur bleek te werken. Geen garage maar gewoon een afdakje met wat spullen. Motorkap weer open, interessant kijken en in no time had hij de radiator eruit gehaald. Hij liet ons zien waar een gat zat dat er niet behoorde te zitten. Hij kon dat wel fiksen. In krap een half uur was de klus geklaard. Kosten: omgerekend zo’n € 15. Het volgende probleem was dat de auto niet wilde starten. Van alle kanten kwamen mannen om te helpen duwen en toen konden we dus eindelijk weer op weg.
Al gauw liep de temperatuur echter weer op en we hoorden een wat raar geluid. Weer stoppen, even wachten tot het metertje weer zakt en weer door. Zo zijn we met hele kleine stukjes naar Inekes huis gereden. De vrachtwagen was inmiddels al uitgeladen en samen met Achigodi (kok, tuinman en manusje van alles) en Aida (de huishoudelijke hulp) is alles op z’n plek gezet. Aangezien we de auto niet meer vertrouwde zijn we achterop brommertaxi’s door de stromende regen naar het bisschopshuis gereden. De warme (!) douche was meer dan welkom. De auto is inmiddels naar het bisschopshuis gesleept.

De automonteur van het bisdom heeft de volgende dag de boel uit elkaar gehaald. Conclusie, in elk geval is de koppakking kapot en de radiator is binnenin kapot. Hij gaat met de kapotte onderdelen naar een garage in Lilonge om ze te laten maken. Zoals het er nu naar uitziet zijn we drie dagen verder voordat we weer een auto hebben. Ondertussen hebben we met een chauffeur van het bisdom boodschappen gedaan zodat we de komende dagen in Inekes huis kunnen blijven. Morgen worden wij met al onze spullen naar het nieuwe huis gebracht. En zo worden onze plannen steeds van dag tot dag bijgesteld. Tja, go with the flow.