The women’s project in Chagontha.

In 2019 heb ik een blog en filmpje gemaakt over het vrouwenproject in Mganja. Inmiddels is er een tweede vrouwenproject. We hebben een bezoek gebracht aan dit vrouwenproject in Chagontha. Dit was zonder twijfel een van de hoogtepunten van onze reis. We werden met zang en dans verwelkomd door de vrouwen die aan dit project meedoen. De vrolijkheid spatte ervan af. Ritmisch, meerstemmig en zuiver. (Bij ons zouden hier zes oefensessie met een dirigent aan vooraf gaan.)

Wat is het vrouwenproject? Onze stichting (Nazareth Foundation Malawi) heeft een flink stuk grond gekocht, er is een waterpompinstallatie op zonne-energie aangelegd (dankzij sponsors) en we hebben Mattias in dienst die het project begeleidt, een oogje in het zeil houdt en hand-en-spandiensten verricht. De vrouwen van Chagontha verbouwen hier hun eigen groenten (hun mannen mogen daarbij overigens wel helpen). Ze gebruiken dit voor hun eigen consumptie en verkopen wat ze niet nodig hebben. Mattias heeft een cursus biologische landbouw gevolgd en leert deze vrouwen hoe ze zonder bestrijdingsmiddelen of kunstmest groenten kunnen kweken. Mattias is bovendien een hele ”handige Harrie”. Bij de start van het project was er alleen water dat via een handwaterpomp werd opgepompt. Hij heeft een systeem met pijpen en een waterreservoir gebouwd waardoor de vrouwen niet meer met zware emmers water hoefden te sjouwen. Met de komst van het solarsysteem is dit pijpensysteem verder uitgebreid. We zagen een groot veld boontjes, klaar om geplukt te worden.

Wat dit vrouwenproject zo bijzonder maakt is het Bankingsystem dat ze zelf hebben uitgedacht. Dit is vergelijkbaar met een spaarkas in de kroeg alleen dan 2.0. Iedere donderdag leggen de vrouwen geld in. Een vrouw die bijvoorbeeld geen geld heeft om schooluniformen te kopen kan geld lenen van de pot. Het geleende geld wordt met een kleine rente terugbetaald. Ook worden er gezamenlijke uitgaven van betaald. In december wordt het geld uitgekeerd aan de vrouwen. Heel simpel maar uiterst effectief.

Na de rondleiding, die overigens met veel vrolijkheid en gezang plaatsvond, hebben we nog een tijd met de vrouwen gepraat en waren we getuigen van de start van een nieuw projectje. Slechts één van de vrouwen had de secundary school (middelbare school) afgemaakt. Zij trad op als de vertaalster. Eén vrouw had het eerste jaar van de middelbare school gevolgd maar het merendeel had niet eens de primary school afgemaakt. Reden: armoede, vader of moeder gestorven, zwanger. Ze gaven aan dat ze graag alsnog wilden leren en dan vooral lezen, schrijven, tellen en Engels. Dit wordt dan ook de volgende stap voor deze vrouwen. Het geld is er dankzij de inzameling van Thérèse Huijbregts. Grappig was overigens dat een van de vrouwen, zo te zien de oudste van het stel, aangaf dat ze niet mee kon doen omdat ze geen schooluniform heeft. Ineke heeft uitgelegd dat je om te schrijven geen schooluniform nodig hebt. Pen en papier is voldoende. Tja…. Dacht ze dat werkelijk of is het een excuus om toch maar niet mee te doen. We zullen het zien.

Wat mij vooral getroffen heeft, was de grote saamhorigheid, het plezier met elkaar met een schitterend resultaat als gevolg. Wat een fantastisch voorbeeld van hoe je veel kunt bereiken als je samenwerkt. Deze groep vrouwen is een schoolvoorbeeld van krachten bundelen en ervoor gaan. Daar kunnen wij westerlingen nog veel van leren!

Ik heb een korte impressie gemaakt van ons bezoek. Klik op deze link.

Tiyende Pamodzi: de meisjesschool

Sinds ruim anderhalf jaar is de nieuwe middelbare school voor meisjes in gebruik. Waarom een aparte school voor meisjes? Zoals ik al eerder heb aangegeven zijn de afstanden hier erg groot. Een basisschool is meestal wel op loopafstand bereikbaar maar voor middelbare scholen ligt dat anders. De ouders kunnen vaak alleen het schoolgeld betalen en als de kinderen mazzel hebben, krijgen ze ergens kost en inwoning. Het komt regelmatig voor dat de meiden een vriendje krijgen en die ”zorgt dan wel voor haar”. Gevolg: het meisje wordt zwanger (overigens geheel vrijwillig) en moet van school af. Dit is een wijd verbreid probleem in Malawi.

Het idee was dan ook om via onze stichting een middelbare school voor meisjes te bouwen in Mganja, een afgelegen landelijk gebied met 13 kleine dorpen zodat ze thuis kunnen blijven wonen. Er is een jarenlange voorbereiding aan voorafgegaan. Plannen maken, heel veel fondsen werven en heel veel overleg met instanties hier. Een taak waar Ineke met hart en ziel aan gewerkt heeft en met veel succes.

Toen ik in 2019 hier was, ben ik bij de grondoverdracht geweest en heb met de architecten over het woeste land gelopen. Nu, drie jaar later staat er een fantastische school! Tiyende Pamodzi. Mooie ruime, lichte  klaslokalen, een grote lerarenkamer, toiletgebouwen, huisjes voor leraren en een nursery voor peuters- en kleuters waar ik al eerder over geschreven heb.

Inmiddels is de tweede groep meiden gestart. We hebben een bezoek gebracht aan de school en kennis gemaakt met een klas meisjes. Wat een leuke uitgelaten sfeer in de klas! We werden met enthousiasme ontvangen. Vragen van ons werden in koor en met veel gelach beantwoord. Een leuke groep giechelende meisjes.

Herm heeft nog apart met de science teacher gesproken. Hij had samen met Han Jeurissen veel natuurkundemateriaal verzameld en al eerder naar de school gestuurd. Aangezien de leraar (Steven Thomas) lang niet van alles wist waarvoor het diende, was tekst en uitleg wel noodzakelijk. Aangezien men hier blijkbaar vooral lesgeeft uit de boeken en minder met proefjes en zo heeft, was het voor beiden wel wat zoeken. Herm heeft een proef met een waterflesraket laten zien en dat maakte in elk geval wel indruk. Ze hebben inmiddels al een aantal keren appcontact gehad dus dat komt wel goed. (Steven heeft laten weten dat hij de raketproef in de klas al heeft uitgelegd.)

Op dit moment wordt er nog volop gebouwd. Er worden nog lerarenhuisjes bijgebouwd. De leerkrachten worden aangewezen en betaald door het rijk maar de school moet zelf voor de huisvesting zorgen. Over het algemeen wonen de leerkrachten gewoon bij de school. Ook komt er nog een hostel bij waar de meisjes kunnen slapen. Het blijkt dat er toch ook nogal wat meisjes naar scholen komen die veraf wonen. Aangezien het juist niet de bedoeling is dat ze in de dorpen kost en inwoning moeten zoeken, zijn er 48 fietsen beschikbaar (gesponsord door Wheels for Life) en dus ook binnenkort een hostel. Tot het hostel klaar is, dient een nog leeg klaslokaal als slaapzaal. Deze meisjes regelen alles zelf. Ze hebben een moestuintje, koken en wassen zelf. Ook dat is iets dat ze hier leren

De school is weliswaar gebouwd door de Nazareth Foundation maar het schoolbestuur bestaat uit Malawianen. En zo hoort het ook. Wij faciliteren, helpen en denken mee maar uiteindelijk is de school van hen en moeten ze het verder zelf doen. En dat doen ze goed! Een mooi staaltje samenwerking tussen de Nazareth Foundation, de gemeenschap en instanties hier en sponsoren verspreid over de hele wereld.

Dit is de link voor het korte filmpje dat ik hierover gemaakt heb.

Peuters en kleuters

We (Nazareth Foundation Malawi) zijn de afgelopen jaren druk in de weer geweest met een schooltje voor peuters en kleuters. Men noemt dit hier de nursery. De nursery is geen onderdeel van het reguliere onderwijs. Dat begint pas met zes jaar met de basisschool. Voor kinderen die de eerste zes jaar alleen maar thuis zijn geweest, valt het echter niet mee om dan de hele dag op een stoeltje te zitten. De nursery bereidt de kinderen daar in elk geval op voor.

In 2019 werden de nursery’s geleid door vrijwilligsters. Spelmateriaal was er niet dus er werden vooral liedjes gezongen en versjes geleerd. Ik heb daar destijds een kort filmpje over gemaakt.

zijn we drie jaar verder. Er zijn nu twee nursery’s die gerund worden door juffen die in dienst zijn van de stichting. Ouders betalen een kleine bijdragen aan de stichting en we hebben een heleboel “tientjesdonateurs” die maandelijks € 10 doneren. Een deel van dit geld wordt gebruikt om de kinderen van ouders die het niet kunnen betalen, naar de nursery te laten gaan.

Via kleuterscholen in Nederland hebben we heel veel kleutermateriaal gekregen. Maar ja, je kunt wel materiaal hebben maar als je niet weet wat je ermee aan moet, heb je nog niks. Dank vooral aan Diana Roeten die drie maanden hier is geweest om de juffen wegwijs te

maken in het kleutermateriaal en vooral ook om hen te leren spelen. Een puzzel maken is voor ons een makkie maar als je het nooit gedaan hebt of gezien hebt, weet je niet wat je ermee moet. Ook zijn de juffen op cursus geweest. In plaats van alles klassikaal te doen, wordt er nu ook veel in kleine groepjes gespeeld. Zeer noodzakelijk als je bedenkt dat de jongsten twee zijn en de oudsten bijna zes. Klinkt logisch maar ja, bedenk het maar eens.

Een van de nursery’s is bij de Tiyende Pamodzi oftewel de nieuwe meisjesschool (daarover later meer). Eigenlijk bedoeld voor de kinderen van de meisjes die zelf al een kind hebben en nu op de meisjesschool zitten. Maar het zijn vooral ook de kinderen uit de omliggende dorpen die komen. Een tweede nursery is vlak bij de thuishaven van de Nazareth Foundation. In het gebouw van de School of Dreams (een project dat door een grote organisatie is gestart maar jammer genoeg niet verder is opgepakt). Het gebouw is erg verouderd en er zijn plannen om in de buurt een nieuw gebouw neer te zetten. (Met dank aan de stichting “Jos en Mien Kersten-van Lier”.) De aankoop van de grond is gaande en het ontwerp is klaar

Ik heb ook nu weer filmopnames gemaakt. We zijn naar beide nursery’s geweest. (Herm had in no time een alleraardigst kereltje op z’n schoot.) Leuk ook om het verschil in dynamiek te zien en heel fijn om te zien dat er zulke grote stappen zijn gezet! Ik ben dan wel bestuurslid maar het echte werk gebeurt hier in Malawi door Ineke!

Ik heb een kort filmpje gemaakt om aan te laten zien hoe de nursery school de afgelopen drie jaar veranderd is.

Klik hier voor de link.

Een culturele belevenis.

Vandaag stond een bezoek aan Kungoni op het programma. Een cultureel museum en tevens een plek waar plaatselijke kunstenaars hun houtsneewerk ten toon spreiden. Ik ben normaal gesproken niet zo van het terugkijken in de tijd maar dit was toch wel even iets anders.

Het museum vertelt het verhaal hoe de witte paters zo’n honderd jaar geleden in Mua zijn neergestreken. Hun doel was drieledig: het christelijke geloof brengen, educatie en armoede bestrijden. Ik heb daar zelf altijd met de nodige argwaan naar gekeken. Missionarissen die zo nodig een ander moeten vertellen hoe het moet.

In Mua ben ik tot de conclusie gekomen dat dit hier toch wat genuanceerder ligt. Een van de latere paters, father Claude Boucher heeft zich toegelegd op de Malawiaanse tradities en heeft onder andere gospels vertaald naar een Malawiaanse context. Hij heeft zich ingezet om het gesprek op gang te brengen met de plaatselijke bevolking. Hij wist wantrouwen en vijandschap om te buigen naar begrip. Als een van de weinige niet-Chewa mensen is father Boucher opgenomen in Gule Wakmulu (big dance). Dit is een geheim genootschap dat traditionele (masker)dansen opvoert. 

Het museum (gesticht door father Boucher) is dan ook een mix van het verhaal van de missionarissen en het verhaal van de traditionele stammen en hun tradities. In het dagelijkse leven hier zijn zowel het christelijke geloof als de traditionele gebruiken met elkaar verweven. Dit is zeker het geval in Mganja, de plek waar ik verblijf. Een begrafenis bijvoorbeeld gaat gepaard met een kerkdienst, het graf is in een daarvoor bestemd bos dat alleen betreed mag worden als er een begrafenis is. De (overleden) voorouders verblijven daar en mogen niet gestoord worden. Niks geen omheining of zo, jong en oud respecteert dit. (Ik heb al eens eerder de suggestie gedaan om van alle bossen hier begraafplaatsen te maken om zo de houtkap tegen te gaan.) Als de man des huizes is overleden scheert de vrouw na een respectabele periode van rouw haar hoofd kaal ten teken van een nieuw begin. Traditie en christelijk geloof (trouwens ook de islam) gaan hier vreedzaam hand in hand.

Na afloop van de tour door het museum met een energieke gids hebben we zo’n anderhalf uur gekeken naar traditionele dansen. Een exclusieve uitvoering voor ons kleine gezelschap van acht personen. Tussendoor kregen we tekst en uitleg. Een groep van zo’n veertig mannen en vrouwen, gekleed in traditionele kledij hebben voor ons gezongen en gedanst. Ik kan je vertellen dat dit meer dan indrukwekkend was. De ritmische trommels, de vrouwen en mannen die al zingend en dansend  de verhalen van het leven uitbeelden. De maskerdansers die een en al symboliek uitstraalden. Adembenemend indrukwekkend! 

Naar de dovenschool.

Woensdag zijn we naar de school for the deaf in Mua geweest. (Door infecties en malaria zijn er relatief veel meer dove en slechthorende kinderen in Malawi dan in Nederland.) Wat een fantastische ervaring was dit!. We hadden de mogelijkheid om een les bij te wonen van een groep kinderen van 6 – 10 jaar.

Meteen vanaf het eerste moment dat we binnenkwamen maakten de kinderen contact met ons. Onbevangen en met enorm veel speelsheid wisten ze ons duidelijk te maken wat ze wilden zeggen. De fotocamera was duidelijk favoriet. Gekke bekken trekken, poseren maar vooral ook samen met vriendjes op de foto. Het schoolbord werd gebruikt om namen uit te wisselen en ze waren al gauw bezig om ons in te wijden in de geheimen van de gebarentaal. Opvallend was dat de leerkracht geen enkele moeite had om de orde te herstellen zodat hij kon beginnen met de les. We zagen een toegewijde leraar die een rekenles gaf. De kinderen waren geconcentreerd en volledig gefocust op de les. Het was een mooi staaltje vakmanschap. Cas, ook een bestuurslid van onze stichting heeft in de pauze een tekenspelletje met hen gedaan in het zand. Ook hier weer vrolijkheid en speelsheid. Voor Cas was het vooral een lesje gebarentaal. De woorden van de dieren die hij in het zand tekende werden hem tevens in gebarentaal geleerd. Ze lette hierbij goed op dat hij het begreep en het ook goed nadeed. Wat een fantastische, energieke groep slimme kinderen. 

Maar uiteraard moest er ook gewerkt worden. Ik heb met twee leerkrachten een interview gedaan en dit verwerkt in een verslag voor de sponsors van de school. We hebben een samenwerking met een Duitse stichting die de school en dan met name het verblijf (slapen, eten, drinken, verzorging) financieel ondersteunt. Aangezien de school voor een groot deel afhankelijk is van de sponsorgelden is het van groot belang dat de geldkraan open blijft. Vandaar aan mij de taak om interviews te houden en een verslag te maken dat later door Cas in het Duits vertaald is. Hopelijk zullen er nog meer sponsors aanhaken.  

Ik was heel erg onder de indruk van de bevlogenheid van de leerkrachten en hun liefde voor deze kinderen. Paul Chipanga heeft eerst in het reguliere onderwijs les gegeven. Nadat hij van bij neefje had gezien wat de dovenschool voor hem betekende heeft hij zich gespecialiseerd in het dovenonderwijs. Een van de mooiste uitspraken van hem was wel dat het lesgeven een tweerichtingen verkeer is. Hij onderwijst de kinderen en de kinderen onderwijzen hem in de gebarentaal. Patricia Zangaphe is vooral gefascineerd door de manier van communiceren. Voor dove en slechthorende kinderen is het niet alleen van belang dat ze gebarentaal leren maar ook de woorden erbij kunnen uitspreken. In hun thuisomgeving kent immers bijna niemand gebarentaal. Dat dit goed lukt blijkt wel uit het feit dat de kinderen nadat ze de primary school doorlopen hebben naar het reguliere vervolgonderwijs kunnen.  

Wat een ongelooflijk goed werk gebeurt op deze dovenschool maar wat een erbarmelijke omstandigheden waarin de kinderen hier wonen. Aangezien de afstanden hier enorm groot zijn, wonen de kinderen (zo’n 200) hier ook. Ze slapen op de grond in kleine gebouwen die hun langste tijd hebben gehad. Er zijn vijf lieve zusters die voor ze zorgen en zelf bij hen slapen. Soms is er nauwelijks genoeg eten voor alle kinderen maar ze doen wat ze kunnen. We hebben drie grote koffers met kinderkleren uit Nederland voor hen meegebracht. Het lijkt misschien niet veel maar we kunnen hier vele kinderen blij mee maken. Ineke (de voorzitter van onze stichting) is sinds eind vorig jaar projectleider voor deze school. Langzaam maar zeker en beetje bij beetje zal het hier beter gaan. Het leven voor deze kinderen is niet makkelijk maar wat boffen ze dat ze hier kunnen zijn.

Een spannend begin.

Mijn eerste stappen op Malawiaanse bodem: heerlijk vertrouwd weer. Na een autorit van zo’n drie uur reden we Mganja binnen. Ik was vergeten hoe leuk dat is. De kinderen en vooral de hele kleintjes kwamen, toen ze de auto hoorden, aanrennen, zwaaien en naar ons roepen. Wat een plezier!! Dat gebeurt overigens iedere keer als we met de auto door het dorp rijden. Ik ben er nog niet achter of dit is omdat dit de enige auto in het dorp is en dus een bezienswaardigheid of omdat er meestal geen Malawiaanse mensen in zitten. Misschien is het ook wel een combinatie van allebei.

Ik moet zeggen dat ons verblijf hier wel heel avontuurlijk is begonnen.

Mouse-kebab

Maar laat ik eerst iets vertellen over een van de gebruiken hier. Een van de lekkernijen die men hier eet zijn geroosterde muizen. Zeg maar mouse-kebab. Nee niet gevild, met huid en haar worden ze geroosterd. Alles maar dan ook alles wordt opgegeten. Ach, wat niet verteert, komt er vanzelf weer uit.

De muizenjacht is dan ook een van de bezigheden hier. Voor iemand die als de dood voor muizen is, een geruststellende gedachte. Alleen dat eten dat hoeft voor mij dan weer niet. Een effectieve manier om muizen te vangen is om bermen of veldjes in brand te steken waardoor de muizen naar een kant vluchten. De muizen worden gevangen, geroosterd en verkocht. Een mooie bijverdienste.

De tweede dag toen we hier waren, waren onze reisgenoten Cas en Lianda een stukje wandelen, Ineke was aan het rusten, Herm was aan het lezen en ik had net de eerste regel van deze blog geschreven. Tot het moment dat Lianda terugkwam met de mededeling dat op ons terrein enkele vuurtjes waren. Vreemd want we waren de enigen hier, de andere mensen die hier wonen en werken waren naar een bruiloft. Toen we gingen kijken, was een groot gedeelte van het maisveld en pindaveld al afgebrand. Gelukkig was er al geoogst, maar toch. Dit was niet de bedoeling. Her en der verspreid waren nog kleinere vuurtjes bezig om zich uit te breiden. Aan de grens van het terrein laaide het vuur flink op.

Herm en Cas hebben met niet veel meer dan hun voeten, een schoffel en stokken geprobeerd om het vuur te bedwingen. De grootste zorg was voorkomen dat het vuur zou overslaan naar de fruitbomen. Zelf heb ik mij vooral bezig gehouden met de kleinere vuurtjes. Iets om te blussen had ik niet maar ik kon er wel voor zorgen dat de takken, bladeren en ander brandbaar spul eromheen geen vlam konden vatten zodat het vuur vanzelf zou doven. De hele kleine vuurtjes kon ik wel uittrappen. Met een lange rok aan (dat is wat de vrouwen hier dragen en dus ook ik) is dit trouwens niet heel handig. Voor je het weet moet je zelf geblust worden. Het was ook steeds controleren of de vuurtjes ook echt uit waren. Met name bij het pindaveld laaide het vuur steeds weer op. Pindaschalen zijn blijkbaar heel brandbaar. Bijzonder is wel dat in het bossige gebied alleen de onderbegroeiing vlam vatte. De bomen zijn vrijwel ongeschonden gebleven. Ik ben er nog niet achter hoe dit kan. Een van de verklaringen is dat het droge spul op de grond zo snel verbrand dat het alweer uit is voordat een boom vlam kan vatten.

Ondertussen hadden Cas en Herm het grote vuur bedwongen. Ze hadden ook een paar kinderen gespot die de aanstichters waren. Twee jongens van zo’n veertien jaar die de vuurtjes aanlegden en een aantal jongere kinderen die de muizen vingen. Niks mis mee toch? Dat vonden zij althans. Het feit dat dit op andermans terrein was en dat er gevaar voor een overslaande brand was, was blijkbaar niet interessant voor hen. Muizen vangen doe je nou eenmaal met brandjes.

Kortom het was een zeer bijzondere middag. Stinkend naar rook, vuil van het roet, stukjes zool van mijn sneakers hier en daar weggesmolten maar vooral ook voldaan dat we de klus met eigenlijk niks hebben kunnen klaren. Een spannend begin dus van ons verblijf hier.

Bijna klaar voor vertrek…

Het aftellen is begonnen. Nog een paar nachtjes slapen en dan vertrek ik weer naar Malawi. De laatste keer dat ik daar was, was in 2019. In 2020 had ik het ticket al gekocht maar helaas. De pandemie stak daar een stokje voor. De projecten hebben in Malawi echter niet stilgelegen. Voor wie mij in 2019 gevolgd heeft, weet wellicht nog dat we met onze stichting bezig waren om een middelbare school voor meisjes te bouwen. In 2019 ben ik aanwezig geweest bij de grondtransactie en heb ik gelopen over de woeste vlakte waar de school zou komen. Inmiddels staat de school er en zijn de eerste twee leerjaren gevuld.

Ik heb foto’s en filmpjes gezien maar ik kan niet wachten totdat ik met eigen ogen de school kan zien, vooral ook in bedrijf kan zien.

De schoolgebouwen

Ik zal ook nu weer via deze blog verslag doen van wat ik meemaak. Ik wil vooral vertellen en laten zien welke projecten wij (Nazareth Foundation Malawi) de afgelopen jaren hebben gedaan, wat dit betekent voor de mensen daar en wat we de komende jaren gaan doen. Wat dat laatste betreft: ons werk is nog lang niet klaar.

Maar goed, eerst maar eens zorgen dat we met al onze spullen daar komen. Ik reis deze keer niet alleen. Mijn lief Herman gaat mee en ook Cas (een bestuurslid) en zijn vrouw Lianda gaan mee. Voor hen drieën is het de eerste keer dus ik ben heel benieuwd hoe het hen zal vergaan.

Samen nemen we 8 koffers mee (23 kg elk) en dat betekent dat we vooral veel enkele-reis-spullen meenemen (onder andere 10 laptops, brillen, knuffels, kinderkleding, en heel veel tekenspullen (met dank aan Toon Stevens)). Ook nu ben ik weer “slecht ter been” en neem ik een rollator mee. Het zal me benieuwen of alles er bij aankomst is. Voor de zekerheid gaat er nog wel een setje kleren in de handbagage want ik ben er nog niet gerust op dat onze bagage ook daadwerkelijk in Lilongwe aankomt.

Malawi 2022

Eindelijk…. na drie jaar ga ik weer naar Malawi. Begin augustus vertrek ik en ook nu zal ik weer berichten over wat ik meemaak. Houd deze website in de gaten.

Wil je weten wat ik in 2019 heb meegemaakt? Kijk dan bij Blog 2019.